Eind oktober verscheen er een artikel over de werkgroep in de Regiobode...

(We hebben hieronder de tekst even uitgetypt, dat leest wat makkelijker!)

artikel regiobode

Een bijzonder moment voor Dick Bouwmeester van de Steenuilenwerkgroep Brummen, onlangs ringde hij zijn vijfhonderdste steenuil. In 10 jaar tijd wist de Steenuilenwerkgroep het aantal nestkasten in de gemeente Brummen uit te breiden van 16 naar 159. De groep gaf daarmee een mooie steun in de rug voor de beschermde diersoort.

Dick Bouwmeester is al zijn hele leven een grote vogelliefhebber. "Als we in het bos lopen hoort hij precies van welke soort vogel een geluid afkomstig is", vertelt zijn vrouw trots. Toen hij 10 jaar geleden stopte met werken en hoorde van de steenuilenwerkgroep bedacht Bouwmeester zich dan ook geen moment. "Ik heb meteen de schouders eronder gezet", vertelt hij. Samen met de andere werkgroepleden wist hij veel te bereiken. "We hielden een informatiebijeenkomst waar heel veel mensen op afkwamen, Dit leverde veel nieuwe aanmeldingen op van mensen die in het buitengebied wonen en wel een nestkast op het terrein wilden."

Huiskamer

Het plaatsen van zo'n nestkast kan niet overal. "Na aanmelding doen wij altijd een onderzoek op het terrein. Het is belangrijk dat de biotoop geschikt is voor de vogels. Een kleinschalig, beschut, halfopen landschap met afwisselend lage en ruige vegetatie, is voor de steenuil een ideaal leefgebied." Als de werkgroep het terrein als geschikt beoordeelt kan er een nestkast geplaatst worden. "Die nestkasten zijn speciaal gemaakt voor de steenuilen. De dieren moeten na de opening door een tunneltje, waarna ze in hun 'huiskamer' komen. Hierdoor kan de steenmarter, de grootste vijand van de steenuil, niet in de kast komen."

Ringmachtiging

Met het plaatsen van de kasten stoppen de werkzaamheden van Dick echter niet. "We gaan meerdere keren per jaar langs alle 159 kasten om te kijken of er in gebroed wordt. Als er eieren worden aangetroffen, gaan we op een later moment weer terug om te kijken of er daadwerkelijk uiltjes geboren zijn. Al deze informatie wordt nauwkeurig gerapporteerd. Op dit moment zijn 89 van de 159 kasten actief."
Als de uiltjes geboren zijn klimmen de werkgroepleden opnieuw de ladder op om de diertjes te ringen en te wegen. Een taak die overigens niet zomaar gedaan mag worden. Om de diertjes te mogen ringen moet een uitgebreide opleiding gevolgd worden bij het Vogeltrekstation, Centrum voor vogeltrek en demografie. Na het succesvol afleggen van het examen ontvangen de deelnemers een ringmachtiging. Via het GRIEL (Geautomatiseerd Ring Invoer en Export Loket) wordt alle informatie over de vogels opgeslagen, zodat de jonge vogels gevolgd kunnen worden. "Je hoop de jongen die je ringt in het veld weer tegen te komen."

Muizen

Het is altijd weer een verrassing wat de leden van de werkgroep aantreffen. "Ik heb een keer oog in oog gestaan met een steenmarter die het nestkastje als broedplek had ingenomen en een andere keer vielen de muizen al uit het kastje toen ik het deurtje openmaakte. De vader uil had wel een voedselvoorraad van dertig muizen aangelegd die allemaal op een grote hoop in het kastje lagen." En soms wordt de natuur een handje geholpen. "Als de uiltjes niet goed groeien vragen wij de terreineigenaren om wat muizen te verzamelen bijvoorbeeld, zodat er voldoende te eten valt."

Braakballen

Ook na het broedseizoen gaan de leden van de werkgroep nog een keer langs bij alle kasten. Vooral in het broedseizoen hebben Dick en zijn collega's er een dagtaak aan om alle kasten te bezoeken en de gegevens te noteren en verwerken via het GRIEL. Maar ook de rest van het jaar zetten de leden zich in voor de beschermde uil. Enkele leden gaan met zijn opgezette steenuil Braunie, vernoemd naar het erf van de familie waar de vogel zijn hele leven verbleef, bij scholen langs in de gemeente Brummen om kinderen voorlichting te geven. "Dat vinden ze hartstikke interessant, ook het pluizen van de braakballen is altijd een groot succes."
In het najaar worden de kasten gecontroleerd en schoongemaakt, zodat ze hopelijk het jaar erna weer onderdak kunnen geven aan een nieuw nestje uilen.